31 dec 2005
31-12-05 meer cadeautjes van Helma 1 |
Ik denk dat ik maar een maal eerder ooit zo stomverbaasd ben geweest met een foto. Bij het zien van de enige foto top tot teen (ja! ze had benen) die er kennelijk bestaat van de moeder van dat jongetje met dat blousje: Mijn broertje!! De eerste foto, die ik ooit heb gezien van mijn broertje- behalve zijn achterhoofd en oor-uit die jaren. Misschien wel die ervaring die iemand had toen toen ik een foto van die persoon opstuurde en een korte email terug kreeg: "ik zal je in mijn testament herdenken: het is het eerste bewijs dat ik vroeger echt bestaan heb". De opmerking die voor mij zo definitief een grens trok in mijn zoeken naar mijn waardering van de Congregatie. Mijn broertje, die vrij kort na deze foto "voorgoed" zal zijn gegaan naar een volgend pleeggezin; het 5e stel volwassenen dat pappa en mamma werd, hij een spook dat naar de bliksem ging. Naast Therese bij wie hij in de groep zat en die toen duidelijk nog duidelijk Theresino was.
En een meiske, waarschijnlijk een van de dochters van Afra Bos. Inderdaad met (juffrouw) Lies Vink. Helma dan toch! Dank je wel.
Verder herken ik Willeke R., de grote zus van Hans en Rob (nu alleen Elly dus nog maar?), Joke M., de zus van Greetje en Aloys, Helma natuurlijk en dan nog een verassing: de herkenning van Ria Kl..., niet Ria (Rietje) K. orp) , naar wie ik al op andere foto's zat te staren maar werkelijk niet wist hoe die vriendin van Pauline S....S toch heette. En nu die jongen dus nog.... Waarschijnlijk zijn de andere kinderen de kinderen van Afra Bos, de moeder uit Helma's pleeg/vakantie gezin.
5-1: Lies Vink is overigens weg gegaan 30 september 1965 weggegaan. Mét afscheidsfuif op die laatste werkdag (en een hele hoop gedonder in de groep van Bonefatio, ten kostte van Henny Jorna ) zoals blijkt uit mijn dagboek. Volgens mij vertok zij ivm haar huwelijk, kort ervoor of erna. ".. O ja, vanmiddag is die nieuwe juf geweest. Trudie heet ze, geloof ik..... " En dát enthousiasme ging dus over Trudie Rustenburg, Lies opvolger. Overduidelijk herkenbaar aan haar Rotterdams accent en op de reunie foto's. Trudy droeg niet die erg mooie kleuren die Lies vaak aan had, prachtige tinten paars en blauw in bruin variaties en zwart - Lies was wat toen heette artistiek, maar ze had wel óók een scouting carriere gehad... Gosh, zo ontdek je nog eens leuke voortrajecten.
31 December 2005 20:25:59
24 dec 2005
Kerstcadeautjes 11
Voor de deur van groep Bonefatio in het Witte Huis.
Thea Patel en een stel kinderen allemaal uit het
oude huis?
Ik denk Henny M. te herkennen (groep Aloysia ?), Helma, en ongelooflijk maar waar:
niet alleen die eend gepakeerd op de zandbak ter sloop, maar tot mijn stomme verbazing blijk je een broertje aan een oor en een achterhoofd te kunnen herkennen....
Waarmee de foto niet onwaarschijnlijk te dateren valt:
24-12-05 Kerstcadeautjes Helma uit erfenis Therese 1
Blijkbaar nieuwe zeepbellenpijpjes, ukkies (Helma?) die helemaal geen zin hebben om te blijven zitten en een heel stel broertjes en zusjes. Die groten met die ukkeltjes vind ik
bloedje mooi! Maar wie is wie?
De plek is duidelijk voor de grote spreekkamer ramen.
Afgaande op Helma's leeftijd -die ik hier op 2 1/2 of 3 schat zou dit in 1956 of 57 moeten zijn?
Lijkt mij zo' n foto waarvoor minstens Ans d J opnieuw hard nodig is ...
Is dat lachend controlerend of alles goed gaat meisje met schort haar zusje Irene?
En die hand op dat been vooraan van Antoinette S. die door Ans al eerder geindentificeerd werd ?
Minstens 4 van die kleine meidjes hebben kleding aan van dezelfde stof. Waren die blousjes gemaakt door de oudere meiden op naailes, zoals ik ook met mijn tong uit mijn mond heb zitten proberen om een gedegen naaister te worden bij Godelieva en haar huishoudklas?
Verder dan het schort ben ik niet gekomen, die pyama erna was te gecompliceerd voor mij.
Maar ik hoor het mens nog schreeuwen wanneer ik naald en draad in mijn hand heb:
"voetje van de kant....." wat me dus nooit lukte, om vervolgens dagen lang zonder naald kilometers te zitten naaien op een papier en te moeten zitten oefenen in regelmatig trappen.
Maar die foto vind ik zo moooooooi dat ik het verbijsterend vind, er eigenlijk zelfs knap de p. in krijg, dat deze nooit gebruikt is in een herdenkingsboek van de Congregatie!
toegevoegd 27-1: Wat volgt waren ook kerstcadeautjes van Helma uit de erfenis van Therese, de naam van die logs zijn voor overzichtelijkheid bij het terugvinden veranderd.
24-12-05 Kerstcadeautjes 5 |
Jaqueline v. S. naast Helma? Dat jongetje bovenaan met geruite blouse H. Ringers misschien?
En de anderen?
Maar waar stond dit klimrek dan? Het dak op de achtergrond, netzo min als de bank ervoor, lijkt mij niet van de school te zijn. Maar het muurtje ken ik weer wel. Dus: waar staat dit geheel? Is het bij de bosjes geweest die weg moesten omdat het het Witte Huis gebouwd werd misschien?
23 dec 2005
Een dag erna
Iemand vraagt: was ik een leuk kind?
Mijn 2 bomen met Kerst thuis.
Een engeltje met geknakt vleugeltje in de doos met ballen
shit, weer een plakkertje los gelaten op die kleuterschoolbal.
en
LA DIVA
Karin Bloemen - Geen kind meer
Je leeft je eigen leven wat zij er ook van vindt
Je bent al lang geen kind meer al blijf je ook haar kind
Je wilt 'r over praten, maar niet op haar manier
Je zult haar best verdriet doen maar niet voor je plezier
Wat moet je nog met haar en met haar ouderlijk gezag
En dan opeens dan is 'ie er, die dag
De dag waarop je moeder sterft, dat jij wordt losgelaten
En al haar eigenschappen erft, die jij zo in haar haatte
De scherpe tong, de bokkepruik, de zure schooljuffrouw
Die zullen ze dan binnenkort herkennen gaan in jou
En hopelijk ook de andere kant, de aardige, de zachte
Maar of je die hebt meegeerft valt nog maar af te wachten
De dag waarna de rest een kwestie wordt van tijd en pijn
De dag waarna je nooit meer kind zult zijn
Wat al die jaren fout ging komt dan niet meer terecht
En wat je nog wou zeggen blijft eeuwig ongezegd
De machteloze frasen van je genegenheid
En dat 't niet haar schuld was en ook dat 't je spijt
De dingen die je lang niet zeggen kon en zeggen wou
En dan zo graag nog 1 keer zeggen zou
De dag waarop je moeder sterft,
de dag die al je dagenv an dan af aan wat grijzer verft,
al hou je niks te klagen
Je hebt je goeie vrienden nog, die staan je ook dichtbij
En als je soms een minnaar zoekt dan staan ze in de rij
Maar niemand zal meer weten hoe je met je pop kon spelen
En niemand zal nog ooit je vroegste vroeger met je delen
De dag waarna je nooit meer kwetsbaar wezen kan en klein
De dag waarna je nooit meer kind zult zijn
Porompompompom
Eerst maar even langs de marokkaan
voor een pakje henna
voor ik die boom neerzet.
Voor iedereen: de beste wensen in de voorbereidingen voor kerst.
HELE GOEDE DAGEN!
19 dec 2005
Uit H's erfenis 5
(19-12: verkeerde knopje gedrukt dus; herplaatst log van 13-12)
Wat was dit? en wanneer dan? Iemand enig idee van het verhaal hierachter?
Wie zijn het?
links boven het stepwiel een rood wit blauw vlaggetje. Alweer: leve de koningin?
Het meisje achter het bruidspaar, horend bij een groepje bloemetjes??? (er hebben
minstens 3 verschillende meiden hetzelfde gewaad aan), staat ook
hieronder weer.
13-12: Dankzij Helma is nu het bruidspaar met hun bruidsmeiden dus bekend:
Frans Bu..y met Marja (Maya?) Sm.., Guusje en Helma .
Achter Marja's hoofd valt Luc v.d. M nog te zien, die hieronder ook staat met zijn auto.
13-12: achter de kinderwagen met vlecht Anneke v.d. M, en met strik zusje Yvonne v d M.
Het gehurkte kind heeft een rokje aan, dus is ook een meidje.
Kunnen die 2 daarachter Fanny en Ilonka v.d. P. zijn?
Links achter hen tegen de zijkant lijkt de haardos en mond van Nel D.
Het groepje kinderen bij de kinderwagen boven staan hier opnieuw op.
Het jochie rechts heeft op zijn auto 4 poppetjes. Op de auto een papier waarop nauwelijks
leesbare letters. Er zouden 2 woorden kunnen staan: de B.....s , de Beatles??
Voorlopig heb ik de neiging om deze foto's een paar jaar eerder te denken.
Ik kwam in maart 63, en neem aan dat ik dan meerdere kinderen -minstens vaag -zou hebben
herkend.
Door het crepepapier gebruik (middelste foto, kinderwagen) en het vlaggetje boven, het kennelijke weer, doet het mij denken aan een koninginnedag optocht.
19-12: Inmiddels weten we dankzij Ans de J. zeer waarschijnlijk ook de naam ook het jongetje (met toch echt een rokje aan), zoals ook Helma al dacht inderdaad het broertje van Fanny en Ilonka v.d. P: Glenn.
Dit is geen verslagje
Met alle drukte van vandaag loop ik al 24 uur op dat woord te kauwen.
't Lijkt zo een simpele en logische vraag maar het antwoord zo onmogelijk.
Verslagje, waarvan dan? Wat er gebeurde, wie er was? Ik heb geen verslagje, en wil dat ook niet hebben ook, merk ik.
Rare ontdekking.
Je mag horen hoe ik er hartgrondig de pest in heb dat ik niet kan tekenen, omdat ik prachtige beelden heb gezien, maar het niet in mijn hersens haalde die te fotograferen zelfs al had ik het toestel in mijn hand, maar zo blij ben dat ik ze heb gezien.
Ik wil je vertellen over hoe goed die kleur blauw in die koepel van die kapel was bij dat kruisbeeld wat er hangt.
Je mag weten hoe trots ik op "mijn nonnen" was!
Maar weet jij dan iets, als je hoort dat ik weg ben gegaan en rillend buiten stond omdat ik koos voor nee, dit doe ik niet?
Wat versta jij als er 4 vrouwen stonden met een kaars?
En een Zuster, Ellen met de mooie ogen, aan het altaar stond en de inleiding die de inleiding was naar de uitleiding om de inleiding inleidde?
5 vrouwen die porompompompom wilden zingen ?
Een pastor, een medewerktster, koorleden en nog een medewerkster.
Hoe breng je verslag uit van een demonstratie van vrouwenmoed, in Godsnaam?
Rokken
in een handgeschept kasteel met knoflook en uienschillen
Maar wat versta jij als ik zeg dat het antwoord gewoon in de Himalaya lag
omdat Maritska een hele grote teil met warme papiermaché had
en mij leerde dat ik van boeken mocht houden juist als ik bang was?
Wist ik veel dat een mandoline voor mij gewoon te veel gepiel was...
Is het een verslag als je hoort: het was typisch de Voorzienigheid?
Ja, dus!
Hartgrondig: Ja, dat is een verslag.
En héél hartgrondig ja. Het was typisch de Voorzienigheid!
Blij dat ik er ben geweest!
18 dec 2005
Uit H's erfenis 2
Met schort en al. Voor de namen: roept U maar aub.
Ik herken alleen Jacqueline v. S. op de bank tussen de beide zusters.
Dat meisje met gekruiste handen (3e v. r.) plaats ik in de groep van Ursula (2) kan het een zusje van Ans de J.zijn?
En de zusters? Ze lijken van voor mijn tijd. Agnes? Helma? Clemens? Toos misschien? Wie o wie ?
(18-12)Dankzij Ans d. J. en haar verbazingwekkend snelle geheugen(!) de rest van de namen.
De zusters zijn Moeder Swiebertha (klopt die spelling?) en Zr. Francesca
Dan boven Jacqueline: Fietje B., Netty v. S. Wim B. Antoinette S., haar zusje Irene d. J., Lientje v. S. en Antoinette V. (daar horen waarschijnlijk een aantal broers en zusjes bij?
Want er was voor mij de standaarduitdrukking: de V' tjes... een veelvuldig besproken soort mythisch mannetje: één van de V. mannetjes *grijns*)
21-12-07 En Karin , die destijds Henny A uit de groep van Zuster Aloysia was
laalt weten dat
..de foto waar is gemaakt met een tuinfeest.naast jaqueline staat moeder swiberta ik weet niet of ik haar naam goed schrijf, zij was toen moederoverste.
aan de andere kant zit lea to.(*)..s met zr francesco.v l n r boven. fietje b..., netty van s..., wim b..., antoinette sw... corrie van s...., irene de j... lientje van s..., afra app...,
Karin Denk aub nog eens even door. Kun je je verder nog dingen herinneren, misschien wel van dat tuinfeest?
Kun je herinneren waar dat feest voor was misschien? Of zelfs uitreken misschien welk jaar dat zal zijn geweest? Leuk joh!!
Wie weet waar jij nog mee komt :-)
13 dec 2005
Uit H's erfenis 8
12 dec 2005
uit H's erfenis 3 |
zittend r. (zonder wit kraagje) mogelijk Nel, of kijkend naar de leeftijd waarschijnlijker haar oudere zusje Ria D. misschien?
12-12-05:uit H's erfenis 1
wie herkent wie? Daan de G. in overal vooraan onder die hoepel? Daar boven zijn broer? Clemens van L op zijn hurken ahter het manneke met de koffer? Het lichte hemd van die 2 staande mannen zou Harry B kunnen zijn ? met zijn hand op de schouder van Rob R.? Dankzij Agnes v.L. (zie de reacties) komen hier dus nog een paar namen bij: Henk d. G., Willy K. dat kleine ukkeltje met zijn hand voor zijn mond, een van de jongens van G...s, Bart B...m en een van de jongens van R....s.
19-12 Ans de J. én Zr. Angela zijn er net als ik van overtuigd dat die kleine witkop onder de hoepel Daan d. G.is, met daarboven volgens Ans Daans broer Henk; zij herkent verder Eric, Charles R....s, Bart B...m en inderdaad ook Harry Bu....
Ik meen alleen Helma v.d.M (handen in haar jurk) Harry B midden naast manneke op koffer??, Clemens v L op zijn hurken met omgedraaide koppie en misschien Ans de J. met jas met touwtjes? te herkennen. Misschien Hans R. dat kleintje liggend onderop daarnaast met bril en hondeketting Rob R.? Iedere suggestie meer dan welkom! En waar komt die hond in vredesnaam vandaan? de rest volgt vandaag!
19-12 en stom genoeg ben ik Ans d. J. dus vergeten te vragen of zij zich zelf herkent in dat inmiddels raadselachtige meisje in die regenjas.... Maar wie weet wat er nog komt.
10 dec 2005
Parijs voorjaar 1966 |
van Westerloo's Roosje 3 en andere zusters
Misschien denken ze wel dat Roosje bij Hem in de smaak valt. Ze doet braaf mee op school, ze geeft geen grote mond en als je zegt: Roosje doe dit, dan doet Roosje niet dat. Ze denken misschien wel dat Roosje later een nonnetje zal worden.
Wat er in haar omgaat, daar hebben ze geen weet van. Ze weten niets van de kinderpsyche. Ze zien niet dat Roosje braaf met haar mes op de trap ligt te krabben en dat ze ondertussen denkt: weg met jullie allemaal, de hel in met jullie.
Haar hele verdere leven zal Roosje een groot talent tonen om gehoorzaam te lijken en haar eigen gang te gang.
Uit het prospectus waarmee de Arme Zusters van het Goddelijk Kind nieuwe leden wierven: "De opvoeding van die arme kinderen vraagt veel beleid, veel geduld, veel liefde en veel zelfverloochening. En nu is het juist de liefde tot God, aan Wie de religieuze haar hele leven en al haar werken heeft toegewijd, die voor dat mooie mooie en overvloedige werk kracht verleent. In dit liefdewerk kan zij haar vrouwelijke aanleg, die op het moederschap gericht is, ten nutte maken van het kind en toch heel haar hart vrij houden voor God
Altijd bij de kinderen.
Zusters in de kinderzorg
(uit: In haar naam geborgen Portretten van Zusters van "De Voorzienigheid", Suzanne Hautvast, Annelies van Heijst, Judith de Raat , met foto's van Katinka Stieger, 2002 Heemstede. Vervaardigd en verschenen in opdracht van het bestuur van de Congregatie ter gelegenheid van het honderdvijftigjarig jubileum van de Congregatie)
zie: de Echoende Stichting
""Zuster Martini Wieggers (86) maakte tijdens een eucharistieviering mee dat een meisje in het toilet een kind kreeg. Het gebeurde in Hubertus, het opvanghuis voor ongehuwde moeders in Amsterdam. "Ik zag dat ze wegliep. Ik stond op om haar te volgen omdat ik me afvroeg waar ze naar toe ging en of ze de weg wel kende. Zo kwam ik uit op het toilet waar ik het hoofdje van de baby al in de toiletpot zag hangen. Wat moet je dan? Dan zeg je toch niet tegen haar: "Ik kom na de viering wel terug" . Ik haalde zuster Gertrude Reus, een ervaren vroedvrouw, erbij en samen hebben we dat kind ter wereld gebracht. We hadden geen gereedschap bij de hand. Met een gewone schaar knipten we de navelstreng door die we met een schoenveter afbonden. Op weg naar de babykamer begon het kind te niezen. Ik dacht, dat zal wel een een snottebel worden, en inderdaad.
Omdat mijn medezuster en ik het grootste deel van de eucharistieviering hadden gemist, zei de pater dat we nog een dienst konden bijwonen in een andere parochie. Ik dacht, kom nou, daar heb ik het veel te druk voor, ik ga een beetje naar een andere parochie. Nee, ik zag het al voor me. De moeders die in Hubertus woonden, gingen op zondag bijna allemaal de deur uit en lieten hun kinderen bij ons achter. Ik kon helemaal niet weg"
Zuster Martini die van 1945 tot 1970 in Hubertus werkte, nam de voorgeschreven regels over de afstandelijke houding van zusters tegenover de kinderen niet altijd even nauw. Het belang van moeder en kind stond bij haar voorop.
Twaalfhonderd baby's heeft ze zien komen en gaan. Gezonde en zwakke baby;s hield ze in haar armen. Eenmaal slaagde ze erin een baby van twee pond zonder couveuse groot te brengen. Ze wist wel dat ze een baby niet op schoot mocht nemen als ze het de fles gaf, maar ze deed het toch omdat ze niet anders kon. Net zo goed besteedde ze wat extra aandacht aan een huilend kind. Volgens haar was ze daarin niet de enige.
Veel zusters interpreteerden de regels ruim. De congregatie stond dat toe. Zo was het in Hubertus juist de bedoeling om een persoonlijke relatie met het kind op te bouwen. Dit had een gunstig effect op de ontwikkeling van het kind volgens een maatschappelijk werkster van de kinderbescherming. Zij kon zien welke kinderen in Hubertus waren grootgebracht, die waren met liefde omringd geweest.
Zuster Ludovica Smits (91) werkte van 1952 tot 1975 in het Lidwinahuis voor zwakbegaafde meisjes in Leiden.Zij werd eveneens regelmatig geconfrontreerd met het religieuze ideaal en de nuchtere praktijk.
Ze had bijvoorbeeld geleerd dat je een kind niet mocht aanhalen en er geen binding mee mocht hebben. Ze had daar moeite mee en had het graag anders gedaan, maar ze deed wat er van haar werd gevraagd. Ze dacht dat ze daarin niet anders was dan de zusters om haar heen. Haar eigen zus, die directrice was van het Lidwinahuis, zag ze maar één keer een kind knuffelen.
Bovendien werd er bij haar thuis ook nooit geknuffeld. Ze heeft dat niet als een gemis ervaren. "De maatschappij was nog niet zo zoenerig als nu" zegt ze. Later veranderde dat. Voor zuster Ludovica betekende goed zijn voor een kind niet per se dat je een kind moest knuffelen. Kinderen merkten wel of een zuster het goed met ze voor had. Ze heeft nog steeds contact met enkele kinderen en dat was vast en zeker anders geweest als ze haar vroeger niet hadden gewaardeerd.
Toch weken de zuster in Leiden ook wel eens van de regels af. Het was eigenlijk niet de bedoeling dat ze tijdens de recreatie over hun werk praatten. Was er echter een "moeilijk geval" dan werd er een uitzondering gemaakt. 'Dan had je veel steun aan elkaar' weet zuster Ludovica nog. We spraken af dat we één lijn zouden trekken. Als het 'nee' was, was het 'nee'. Net als in een gezin.
Opleiding of ervaring
Zo leerde zuster Ludovica hierover andere regels dan een vijftien jaar jongere zuster die voor haar intrede bij een gezin met 10 kinderen had gewerkt. Zij was gewend aan persoonlijk contact en verbaasde zich over de afstand die ze moest bewaren toen ze eenmaal was ingetreden. Zusters gingen met hun tijd mee en waren graag bereid om te leren. Rond 1960 volgden zij vrijwel allemaal de cursussen Kinderbescherming A en B.
Zuster Ludovica hield van studeren en stelde de cursussen zeer op prijs. Zij boden enige afwisseling en ze leerde er dingen waardoor ze haar werk beter kon doen. Maar veel tijd om te studeren was er niet, vertellen andere zusters. 'Zodra je thuiskwam, zette je je tas neer en de volgende lesdag nam je hem weer mee zoals je hem had neergezet'. Alleen zuster Marinini haalde 'van alles niets'. Ze had zoveel werkervaring dat de cursussen Kinderbescherming volgens haar niets zouden toevoegen aan haar kennis.
Het nut van de officiele cursussen Kinderbescherming betwijfelden de zusters niet. De lessen van de psycholoog Steenvoorden*, die aan het kinderhuis in Driehuis was verbonden, waardeerden ze misschien nog wel meer. Hij stimuleerde hen om over hun werk na te denken.
In het begin van de jaren zestig was de oude regel van afstandelijkheid aan het wankelen gegaan. Steenvoorden leerde de zusters wat dat voor hun werk betekende. "
*Volgens mij heette de man, behalve "Dokter", van Steenvoorden. Hij werd door ons ook aangesproken als Dokter en was een eikel!
Ik heb geen idee of de man ooit gesprekken of contacten direct met de kinderen had. Niet met mij in ieder geval. Net zo min als zijn opvolger, alweer een dokter, Kneppers.
Kneppers was niet alleen een aardige man, jij gedroeg zich vooral vele malen normaler dan van Steenvoorden.
Van Steenvoorden kwam niet onmogelijk 1x per week een dag. In ieder geval was 1x in de week een groep de klos. Dan kwam hij tussen de middag mee eten op de groep.
Zes groepen dus 1x in de 6 weken vond het plaats.
Dat moet knap ernstig zijn geweest gezien de aversie welke ik tegen de man heb gehouden terwijl ik nogal zeker weet verder geen contact met hem te hebben gehad anders dan dat je hem wel eens door de gang zag gaan. Ik weet ook maar een van de meiden die regelmatig bij hem kwam. Daar bestond dan ook medeleven mee.
Er hing een heel verkeerd luchtie om van Steenvoorden.
Niet onmogelijk 'slechts' door de de man verheerlijkende houding.
Er werd nog net niet voor hem gebogen.
Maar ook de houding van de man was hartstikke fout. De man speelde theater.
Alles rond die man was theater. De man "at niet mee", maar: 'de dokter komt op bezoek'
Tadaaaaaa, trompet geschal. (Kneppers zal toch ook niet dood zijn gegaan van de honger en gevoederd zijn, maar ik kan me er volstrekt niet van herinneren. En dat zou wel eens meer over de man hebben kunnen zeggen dan over mijn geheugen. Want dat zelfde geheugen is er redelijk van overtuigd dat Kneppers dinsdags kwam, van Steenvoorden donderdags. ) Phoei, wat gruwelijk ik bij alleen de herinneringen aan die man!
Tadaa, het circus: de Dokter komt eten:
Een dag van te voren werd dit al meegedeeld door Zr. Angela.
De volgende middag moest de tafel dus anders gedekt.
Een van de onzinnige dingen uit Driehuis was dat wij 4 serviezen hadden.
Een plastic servies, Mepal diepe en platte borden, diepe borden blauw de platte een kleur die ooit waarschijnlijk wit was geweest maar ik slechts ken als afzichtelijk plastic vuil wit. De minst in aanzien staanden. En stenen borden. Ook ooit wit geweest. Dikke zware gebarsten en gecraquleerde hotelborden.
Het van een plastic bord moeten eten was een vernedering. De kleintjes hadden plastic borden, en geen mes. Je kon ook straf krijgen -ik kan me werkelijk niet bedenken waarvoor of welke onnavolgbare logica daar achter zat - maar er bestond zo iets als voor straf van een plastic bord moeten eten. En geen mes.
Dan was er het zondagse servies: boerenbont. Ik kan het nog steeds niet zien. Maar er was een nog luxere uitgave. Dat moet in ieder geval zo luxe zijn geweest dat ik mij er slechts de kopjes (en schoteltjes) van herinner, die ethisch zeer verantwoord waren, ik hield van die kleuren, en het bestaan van 1 (één!) bord.
En dat ene bord ken ik dan ook alleen van de 6-wekelijkse bezoekingen van "Dokter" van Steenhoven. Het was het bord waarvan hij at.
Voor de man kwam zat iedereen aan tafel. Hij kwam altijd te laat. Er werd nooit op wie dan ook waarom dan ook maar gewacht, behalve bij deze zich kennelijk integrerende man. Wachten dus tot:
tadaaaaa. De dokter!
De man deed werkelijk alles mis.
Als je al te laat kwam, keek je wel uit dit met veel bombarie te doen: er was maar een belang: zonder opgemerkt te worden door Angela op je plek te komen, en dan nog via de kortste weg.
Hij niet: na de openzwaai van de groepsdeur, hij vriendelijk en beleefd begroet door Angela, haalde hij het steevast in zijn hersens om de grootst mogelijke ronde óm de tafels te maken, mensen uitvoerig te begroeten tot dat hij eindelijk bij zijn plek kwam. Waar hij vervolgens - standaard jovialiteit - zijn stoel uiteruit trok, maar pas ging zitten nadat zijn jasje over de leuning was gehangen en hij zijn ene been over de rugleuning had gezwaaid...
En al die tijd Angela (en Henny Jorna, haar juf destijds) maar vriendelijk lachen en een groep kinderen die hem aan zat te kijken.
Ook vriendelijk lachend, ondertussen opgelucht dat niet jij degene was die vlak bij hem aan tafel zat: dan moest je nog met hem praten ook ...
Na deze vrijheidsdemonstratie kon er dan eindelijk gebeden en gegeten worden....
De man had niet alleen een speciaal bord , ook een paar dekschalen, speciaal voor hem rond dat bord gegroepeerd!! Maar wat een bord moet die man voor zijn hérsens hebben gehad. Wat een onwaarschijnlijk volkomen gebrek aan respect t.o.v. die kinderen; iedere keer weer met zijn demonstraties: kijk mij eens, voor mij gelden de regels niet!
Gelukkig waren er 6 groepen! En dat rouleersysteem.
"Toen zuster Ludovica hem vertwijfeld vroeg waarom hij zo'n andere visie verkondigde dan een aantal jaren daarvoor, moedigde hij haar aan om met haar tijd mee te gaan.
Zuster Therésa Bres (92) merkte in de praktijk hoe positief die vernaderingen konden uitpakken. Vroeger twijfelde ze dikwijls over haar houding tegenover de voogdijkinderen in Driehuis, waar ze lange tijd als kinderzuster werkte. Ze deed het liefst wat haar gevoel haar ingaf, maar bleef ook afstandelijk omdat haar verteld was dat ze zich zo moest opstellen.
Jaren later, nadat ze had geleerd dat kinderen niet konden opgroeien zonder liefde, ontmoette ze een van de voogdijkinderen voor wie ze had gezorgd. Bij hun afscheid omhelsde ze haar vroegere pupil. Naderhand ontving ze een brief waarin stond dat die omhelzing zoveel goed had gedaan en hoe jammer het was geweest dat dat vroeger niet mocht.
Altijd bij de kinderen.
"ik deed wat de moeder normaal gesproken deed" zegt zuster Therésa. Alle zusters kozen vanzelfsprekend voor het kind. Zo was een van hen zich dan ook van geen kwaad bewust toen de overste haar ter verantwording riep nadat zij vlak voor de consecratie naar buiten liep met een kind dat onwel was geworden."
(staart volgt)
De staart:
Vooral de zusters die vierentwintig uur per dag verantwoordelijk waren voor de zorg van de kinderen,vonden dat zij een gezinsvervangende taak hadden. Het grote verschil met een gezin was dat de zusters de achtergronden van de
kinderen niet kenden.
Voor zuster Therése was het een opluchting toen dat veranderde.Ze vond het prettig om te weten wat er met het kind was gebeurd.
Haar medelijden werd er groter door. Zuster Ludovica was daarentegen nooit nieuwsgierig naar het verleden van de meisjes. "Als je niets weet sta je neutraler tegenover een kind", meent zij."Zodra je weet wat er is gebeurd, beinvloed dat je handelen".
De achtergrond van de ongehuwde moeders was duidelijk, maar vormde voor zuster Martini geen enkel probleem, ook al strookte het ongehuwdzijn niet met de katholieke leer. "Ik was er gewoon om ze te helpen"
Uit: "In haar naam geborgen, portretten van Zusters van 'De Voorzienigheid' " Hoewel het boek slechts Zr. Ludgera noemt, heb ik de idruk dat de dame wel eens geen ongehuwde moeder zou kunnen zijn geweest, maar een nog hele jonge latere Zuster Ursula. Iemand die iemand herkent? De betreffende kinderen zullen nu midden 50- ers zijn.
Deze foto staat ook op de omslag van het boek van
Annelies van Heijst, Liefdewerk. Een herwaardering van de caritas bij de Arme Zusters van het Goddelijk Kind, sinds 1852 , 2002.
"Ze werd wel eens boos als ze vond dat een moeder zich niet genoeg om haar kind bekommerde of er zo vaak mogelijk op uit wilde.
"Mijn boosheid maakte soms indruk en dan kreeg ik gedurende korte tijd meer hulp van de moeders dan ik was gewend".*
De zusters waren altijd bij de kinderen. "Alleen tijdens de retraite was je vrij. Acht dagen per jaar had je even geen zorgen. Pas toen ik geen kinderzuster meer was, kon ik met Kerstmis weer naar mijn ouders,"vertelt zuster Ludovica."
"Zo is dat", beaamt zuster Martini. "Toen ik studeerde werd er voortdurend aan mij gevraagd of ik wilde inspringen.'Vraag het maar aan Martini' was een normale zin geworden. Zelfs toen ik eens om iemand vroeg die mij kon helpen werd: 'Vraag het maar aan Martini'."
Door hun voortdurende aanwezigheid leerden zusters de kinderen misschien meer dan ze zelf in de gaten hadden. De kinderen pikten ongemerkt veel van de religieuse levenswijze op.
De meisjes van zuster Therese gingen overdag naar school. maar ook tijdens hun afwezigheid had ze genoeg te doen.
Als ze door de gangen van het schoolgebouw liep, keek ze met opzet niet naarde kinderen in de klas omdat die onmiddelijk om haar aandacht zouden vragen."
Een lezer of intervieuwer verder nergens van op de hoogte zal hier vanzelfsprekend over heen lezen; een intervieuwer hoeft niets verbazingwekkends te horen.
Tóch is die zin, wanneer je de realteit in aanmerking neemt, verbazingwekkend.En tekenend voor de houding ten opzichte van de kinderen.
Therese liep namelijk helemaal niet door de gangen van het schoolgebouw!
Om de vrij eenvoudige reden dat zij er niets te zoeken had. Heel typerend voor een kloostergemeenschap lijkt de opdeling in de vele functies die een dergelijke gemeenschap met zich meeneemt te zijn.
Zusters kwamen niet op elkaars terrein.
Zij hadden een functie en deden dat werk, maar misten de mogelijkheid,
misschien zelfs wel de bevoegdheid dat weet ik niet, om in geval van voor de
hand liggende noodzaak om te gaan met de overlap van verschillende taken/functies.
Juist daar draaide het systeem op!Niet onmogelijk hoorde dat bovendien ook bij de invulling welke zij gaven aan gehoorzaamheid.
Immers het invullen van nodzakelijke overlap (of gaten) vooronderstelt eigen initiatief, het nemen van eigen verantwoordelijkheid.
En als er nu toch iets was wat ontbrak was het dat dus!
De belzuster deed open wanneer er gebeld werd. Wanneer er gebeld wordt maar een ander dan de belzuster aanwezig is, was het onmogelijkdat die deur open ging totdat de betreffende belzuster gearriveerd was.
Ik ben er inmiddels redelijk van overtuigd dat juist dat de starheid vanhet klooster systeem was. Maar ook de vervreemding.
Chaplin in modern times eindeloos die ene schroef staan aan te draaien tot hij er knotsknettergek van wordt.
Bovendien was er, naar mijn idee ook al voor mijn tijd in Driehuis, de fysieke scheiding van de school en het kinderhuis gedeelte wat het nog onwaarschijnlijker maakte dat Therese "door degangen op school" maar met opzet niet naar de kinderen keek.
Nog afgezien van het feit dat het een vrij normale reactie lijkt dat kinderen in een klas kijken naar het "ongewone" van wat zich in een gang op school afspeelt, wat Therese in deze zin wél duidelijk maakt is haar bééld (en niet alleen het hare!) over "die" kinderen die voortdurend om haar aandacht vragen.
De vrij normale (en m.i. volkomen gezonde!) reactie van iemand die 7 dagen in de week, dag en nacht, er moet zijn voor een groep kinderen van: Phoe, was ik blij dat ik ze tenminste even niet zag wanneer ze op school zaten, ontbreekt nog steeds.
Hier spreekt een 92 jarige, die minstens 30 jaar na datum nog steeds niet in staat is realistisch te kijken naar "die kinderen" maar in al die jaren kennelijk nog steeds het verwijt hanteert "altijd aandacht willen" van een chronisch overvraagd mens.
Hetgeen de intervieuwster (een vrouw, geinteresseerd in vrouwengeschiedenis!) kennelijk ontgaat. Meer dan met welke andere passage typeert het boek zich met deze passage als een van de vele gemiste kansen van buitenstaanders die buitenstaanders blijven!
Schrijvers die afhaken op het moment dat zij eindelijk de vragen zouden
moeten,en kúnnen, stellen waarover het ging en gaat in "zorg" .
Ongeacht door wie die zorg dan ook gegeven wordt!
Al waren de kinderen van 's ochtends acht tot 's avonds zes bezig, er waren altijd zieken die zorg nodig hadden.
De invoering van de achturige werkdag was voor sommigen dan ook even wennen. Een van de zusters was er niet onmiddelijk blij mee. "Ik was gewend om de hele dag bij de kinderen te zijn en nu moest ik opeens iets voor mezelf gaan doen.
Ik wist niet waar ik naar toe moest, ook omdat ik in die tijd nog geen eigen kamer had."
Zuster Therese had weinig moeite met het lezen van de krant in haar vrije tijd, maar ze zag dat sommige medezusters zich geen raad wisten. Die vonden de krant lezen zonde van hun tijd. "Gelukkig leerden we hoe we onze tijd konden invullen, maar vanzelfsprekend is dat voor de meeste zusters niet gegaan. Vrijheid moet je aankunnen". "
Dat moet ik Therese inderdaad nageven: zij had interesses genoeg.
Niet onwaarschijnlijk zelfs passies: haar Frans, de taal dus, haar muziek, wat in haar geval vooral bestond uit het dirigentschap.
Het mandoline-orkest. Er was een , voor een instituut waar veel voor de hand liggends totaal ontbrak, nogal indrukwekkende hoeveelheid redelijk goede muziekinstrumenten behorend bij dat mandoline orkest. Mandolines, 2 mandola's, een banjo een aantal gitaren.
Al in de groep van Angela werd mij de mededeling gedaan: ik kreeg muziekles.....
Nooit iemand gevraagd of ik dat ook wilde.
Als altijd: je wilde iets per mededeling. .....
foto toegevoegd april 2007, orkest, dirigente en groep van Therese die toen nog Theresino heette.
Het orkest heeft jaren bestaan, en vormde kennelijk een soort visitekaartje, ook naar buiten.
Het enige. En daarmee ook de enige (culturele) aktiviteit. Thesere's aktiviteit!
De instrumenten vielen onder haar, waren ook in haar leefgroep, zowel in het oude hoofdgebouw als in het Witte Huis. Therese dirigeerde. En is dat ook blijven doen nadat de groep in huis werd opgeheven en de paar kinderen die nog speelden mee gingen naar het cultureel Centrum in Ijmuiden. Waar Therese dirigente werd van een groep -zeker in de ogen van een tiener - zéér hoogbejaarde dames en een enkele heer "ome Ger" : Excelsior.
Therese volgde zelfs een cursus voor dirigenten. Ze genoot ervan in ieder geval. Maar of ze nu zo genoot van de muziek, de cocosnoten welke zij hanteerde tijdens die eeuwige postkoets? Ik denk dat ze vooral genoot van de aktiviteit en mn de status: zij had iets wat haar onderscheidde. Kunst. Zoals het Frans dat was.
Mijn leven had er zeker anders uit gezien indien zij háár Frans niet had gehad!
Dan had ik gewoon een vak op school mogen hebben. En niet kennelijk haar iets afgenomen met een verplicht vak, wat zij kennelijk als zeer exclusief recht beschouwde.
Zij, meer nog dan aan "haar" muziek en "haar" krant lezen háár identiteit aan ontleende.
Misschien is juist dat, in de tijd dat ze kennelijk niets mocht, haar tragiek ook wel geweest,
Maar de nachtmerries welke ik nog steeds heb ten gevolge van het raffinement
waarmee zij om is gegaan met haar begrenzingen -waarvoor zij de keuze
had gemaakt! - zijn voor mij het zeer onwelkome bewijs dat dat niet slechts háár
tragiek is gebleven!
Zij wilde te veel, maar mocht te weinig, dus was constant hongerig...
Kennelijk moet een mens hele bijzondere karaktertrekken hebben daarmee te kunnen leven. Misschien is het meest eerlijke oordeel overhaar dan wel de conclussie dat zij over die karaktertrekken niet beschikte.
En dat was voor van haar afhankelijke kinderen een bijzonder slechte zaak!
Haar vrijheid kon zij, ook naar mijn waarneming, op een aantal punten zeker aan: Als het haar tijd was, wás het haar tijd ook . Zelfs als dat midden in een zin was. Met dezelfde rigiditeit, als het niet meer was, waarmee zij jaren mét de klok had geleefd, leefde zij nu óp de klok.
Opnieuw ongeacht wat die, nog steeds afhankelijke, kinderen dan nodig hadden.
Therése had haar vrijheid gekregen.Maar zij vergat die te delen!
Ten opzichte van de kinderen heeft zij zeker haar begrenzingen vanuit de (Congregatie) regels en die van de organisatie gehad.
De vrijheid die hoorde bij haar macht verbonden aan haar positie.
Ook die vrijheid heeft zij vergeten te delen.
De leken leidsters die er kwamen zijn altijd haar óndergeschikte gebleven, ondanks dat
zij meer en meer van hen afhankelijk werd.
1 dec 2005
De klok en de lepel
Ik was te laat.Shit, koud hier. mmmm. hé. Kom op meid, waarom die lange inleiding laat zien dat je het kunt dan. Maar waarom in vredesnaam eerst die vreselijke T. S. Eliot? Die schenk ik je met zijn aswoensdag erbij.
Dat was op zichzelf al ongewoon. Het was een donkere, winderige avond in februari 1969, slechts een paar weken na mijn afscheid van het religieuze leven, waarin een zeer stikte punctualteit in acht werd genomen.
Wat gaan we nou toch krijgen, hoe wéét jij dat? De noodzaak adem onder controle te krijgen.Bij het eerste geluid van de kloosterklok die ons opriep voor de volgende
maaltijd of voor een medititatieperiode in de kapel, moesten we ons werk
onmiddelijk neerleggen; je moest een gesprek afbreken midden in een woord, en de zin die je schreef mocht je
niet afmaken. De regel, die ons leven tot in de kleinste details reguleerde, zei dat de klok
En daar ging ze hoor. Midden in een zin. Het was haar tijd. "We hebben nu tegenwoordig werktijden....." I. d. D. zit met dat eeuwige kussen op schoot. Een paar minuten later barst de veldslag los.
Ze staat achter me met haar pollepel.
De engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt.
Had ze me maar een andere plaats aan tafel gegeven. Als die soepgammel minder diep was geweest was de steel vast ook korter geweest. Uit mijn ooghoeken kan ik mijn broert zien aan de tafel ernaast. Blijf zitten asjeblieft. In de naam van de vader, de zoon en de heilige geest amen.
Ging de Maria nu eerder uit dan de Jozef of waren het die gangen? Die speelplaats met die grote kwekelingen die genomen moest worden.
De soep stuk voor stuk opgeschept op Mepal plastic rondgedeeld door 2 kinderen. Leonora als een paal met linten achter mij. Daar staat onze fiere Pinksterblom.
Maar welke gek knoopte die pollelepel aan een lint?
Ergens onderweg in Driehuis kwamen de dekschalen. Het bedrijf van mijn vader. In Amsterdam alleen de messen met het vergeelde heft.
Hoe belandden die aardappelen, jus en groenten in die soep?
Ging Leonora rond met die enorme gamellen of liepen wij met onze borden naar haar toe?
Heeft ze mij zó gedwongen? Ik wou dat ik het wist.
Maar het blijft net om de hoek liggen
De griesmeelpap met klonten niet. Die ligt over de aardappels, en is eilandje in de jus.
Opgeschept door een paal met angst dat we haar haar zien.
Die zelfde grote pollepel. Ik hoef mijn ogen niet dicht te doen om die twee wervels
te voelen. Den ene knobbel in je nek, dat kuiltje erboven.
Mijn broertje zit aan mijn tafel.
Blijf zitten asjeblieft en kijk niet me niet aan maar zorg dat je je bord léégeet.
Opzij van het aanrecht staat een kast. Daar verdwijnt dat bord vol drie gangen menu in. Om er op gezette tijden weer uit gehaald en weer in gezet te worden. De inhoud van het bord groeit.
De oncontroleerbare lichaamsperistaltiek die de inhoud doet toenemen ook.
Ik ben blij nu eindelijk weer te weten waar die kast stond.
Waar Eleonora met haar pollepel stond heb ik al die tijd geweten.
Iets schuin rechts achter mijn rug.
Nu pas realiseer ik mij dat het mens waarschijnlijk linkshandig is geweest.
Nee! Ik hoop! dat ze linkshandig was.
Maar door de haarborstel op diezelfde rug weet ik dat zij rechtshandig was.
Lange vlechten zijn niet handig. Klitten in je haar en vlechten kost tijd die
de bel niet gaf.
Vaders die niet zeker weten dat zij het eeuwige leven hebben moeten niet trots
zijn op het haar van hun enige meid.
Want nonnen leven met een klok weet Karen Armstrong.
moest worden beschouwd als de stem van God, die elk van ons tot zich riep voor
een nieuwe ontmoeting, hoe onbelangrijk of eenvoudig de taak ook was die
moest worden verricht.
Daarom was elk ogenblik van onze dag een sacrament, omdat het verordend was door de religieuse orde, die op zijn beurt gesanctioneerd was door de kerk, het lichaam van Christus op aarde. Het was dus al jaren een tweede natuur voor me om op te springen zodra de klok luidde, omdat hij eigenlijk luidde voor mij. Als ik het voorschrift van punctualiteit in acht nam, zo zei ik steeds tegen mijzelf, zou ik een innerlijke houding ontwikkelen van permanente dienstbaarheid aan God en me constant bewust zijn van zijn liefde volle aanwezigheid. Maar dat was me nog niet overkomen.
Karen Armstrong heeft mijn bed voor haar alleen wanneer ze verder vertelt over hoe ze te laat is.
Ik zit op de rand en luister. Ik mag in bed niet roken.
Maar zonder die sigaret op de rand kan ik niet naar je luisteren, Karen.
Disharmonie in het klokkenspel tussen jouw alinea's en het gezwets van
mensen die hem nooit hebben horen luiden maar ook de klepel niet kennen.
waarvan ik doof werd.
Oorverdoving vanuit de broodkeukens.
Ik weet nu eindelijk wat ik heb gehoord op mijn 19e op mijn eerste kamer,
een paar starten verder op.
Aan de voet van die oude Wester.
Een van de mooiste geluiden ter wereld gebeurd wanneer God zijn stad bidt
om God te bidden. Halverwege de heuvel naast de Haya Sophia.
De oproep tot het gebed, dat zich van moskee naar moskee verpreidt.Omdat ik niet hoop dat ik terug zal keren
Omdat ik niet hoop
Omdat ik
niet
hoop dat ik zal keren
En de gave van deze en de vrijheid van
gene
koop
Begeer ik niet meer die dingen te begeren
(Waarom zou de
oude
arend
zijn vleugels ontvouwen?)
Waarom zou ik rouwen
Om de
voorbije
macht van
het gemeen bewind
....
Omdat ik weet:
tijd is
voortdurend tijd
En plaats altijd en alleen maar plaats
En
wat werkelijk
is is werkelijk voor één tijd
En alleen maar voor één
plaats
...
En ik
bid God dat hij ons wil bewaren
En ik bid dat
ik
vergeten zijn
Al wat ik
te veel met mijzelf blijf overleggen
Blijf
verklaren
Omdat ik niet hoop
dat ik terug zal kerenVoor wat gedaan is, en nu afgedaan
Moge het oordeel niet te
zwaar op ons
wegen
Laat deze woorden rekenschap geven.
Omdat
deze vleugels
geen vleugels meer zijn die dragen
Maar louter slagen
in de
lucht
....
Leer ons bekommerd en onbekommerd zijn
Leer
ons
zitten,
doodstil.UIT: Aswoensdag van T. S. Eliot
UIT: de Wenteltrap van Karen Armstrong,
Mijn weg uit de duisternis.Teruggekregen/teruggeplaatst tgv TvdP's bijlage amsterdam 01 December 2005 13:49:33