Hoe zou een groen marsmannetje met antennetjes reageren op de uitleg dat op deze foto het Lieve Heertje lijdend voor ons aan zijn kruis hangt en al stervend in smartelijke pijnen, druipend van bloed en zweet toekijkt hoe Zijn bruiden Zijn Lichaam staan te bakken?
Misschien wel zo als een kind reageerde bij het eten van die gruwelijke steekselpap, het resultaat van die hostiebakkerij in huis. Het afsnijdsel van de bruine priesterhosties glibberde als pap heel wat minder dan van de hosties voor het gewone volk. Ik wou dat ik wist of dat glibberverschil veroorzaakt werd door de samenstelling of door de herkenbaarheid.
Beide was gruwelijk, ik was geen priester maar een meisje van 7
Hoewel dát geloofsmysterie heel wat minder kokhalzen en ernstiger opriep.
Het was kerstochtend 1961
(Youp van 't Hek, Flappie)
De hostiebakkerij hoort al sinds 14 september 1858, op verzoek van de bisschop, bij de Vooorzienigheid.
Wanneer je de verhalen van de zusters erover leest moet het rot werk zijn geweest.
Wanneer je naar de aantallen kijkt is het een flink bedrijf geweest met meer dan voldoende omzet om een stevige pap produktie te garanderen.
Laetitia's reactie op een opmerking van mij over die pap was verbaasd wijzen op de hoge voedselwaarde. Een opmerking die mij -naast andere ideeën over dat voedsel schokte.
Ook Helma schrijft hier ergens over die hosties, die in Driehuis aan de kippen werden gevoerd en voor de snavels werden weggekaapt.
Als bossen kinderen vegetariër worden uit solidariteit met de kip, en iedereen al jaren achter de vadermoord van 2e Kerstdag 1961 van Yoep van 't Hek staat, is het te eten geven van hostiepap in een dergelijke klooster-setting een vorm van gedwongen kanibalisme!
Wanneer daarbij opgeteld wordt wat de gebruikelijke sanctie was op je eten niet opeten, of erdoor moeten kotsen , bovendien geen cabareteske ook.
Dat die produktie van die hosties ook voor de zusters zelf géén neutrale bezigheid was blijkt uit hun eigen verhalen, o.a. uit de beschrijving van Zr. Gerardina in haar jubileumboek 1927:
"We kunnen ons, dunkt me gemakkelijk voorstellen met welk een vreugde
Moeder Theresia en haar getrouwe gezelinnen dit liefdewerk op zich namen.
Naast de verpleging der arme kinderen, moest immers de voortdurende en
bijondere vereering van het H. Sacrament een der kenmerken van de
Congregatie zijn. Het bakken der hosties, dit werk onmiddelijk in den dienst
der H. Eucharistie, beschouwden de leden dus van den beginne af, als haar
door de Goddelijke Voorzienigheid aangewezen, om den God der Altaren ook
werkend haar innige liefde voor dit H. Geheim te bewijzen. Het is niet mogelijk
de offers te beschrijven, die de Zusters zich getroostten, om met de
primitieve middelen, die haar ten dienste stonden, dezen verheven arbeid
goed te verrichten. "
"Langzamerhand heeft die kleine bakkerij zich ontwikkeld tot een groot
bedrijf, waartoe heel wat handen gevraagd worden. Gelukkige Zusters, die door
dien eenvoudigen, maar verheven arbeid onmiddelijk in den dienst zijn van den
Christus Eucharisticus".
In het boek In haar naam geborgen (2002):
" 'De zusters vinden het een grote uitverkiezing dat zij de middelaressen mogen zijn bij de totstandkoming van het hoogste genademiddel' werd er in de jaren vijftig in een brochure van de congregatie over de hostiebakkerij gezegd. ' O, dat is ook wat', reageert een verbaasde zuster Eupemia van den Enden (89 overl. februari 2002) Zij werkte van 1935 tot 1965 in de hostiebakkerij. 'Zo heb ik nooit over mijn werk gedacht. In het begin vond ik het vooral erg saai. Nu kan ik met enige trots denken: 'dat was mijn werk' als een priester de hostie opheft en het heeft over het werk van onze handen' 'Zo spreek je er nu toch niet meer over', zegt zuster Alfonsina van Wel (79) 'Zestig jaar geleden zei je dat misschien zo' "Nou, ik weet het niet hoor. Ik kan me daar weinig bij voorstelllen" meent zuster Miriam Neuvel (70).
Dat gebrek aan voorstellingsvermogen, zoals Zr. Laetitia zich tijdens onze ontmoeting alleen de voedingswaarde naast haar destijds financiele problemen kon voorstellen , is dus waarschijnlijk precies waar het om ging rond die pap.
Kinderen hadden immers dat voorstellingsvermogen wél, en daar werd - gezien de overdaad aan heiligen - tegelijkertijd ook voortdurend een beroep op gedaan op tbv. 'een geknecht geweten' zoals dat in de RKK gezien werd.
Maar ook de rest van dit hoofdstuk is treffend. Dus maar meteen een beproefde kloostermeditatie toegepast in het copiëren daarvan.
Zusters die goed konden bakken werden als bijzonder beschouwd, want het
was een heel precies werk. Je moest er de juiste lengte voor hebben. Als je te
klein was, dan kwam je niet goed bij de hendel waarmee je het bakijzer moest
sluiten.
Zuster Euphemia, die goed kon bakken, beaamt dat het precies werk was,
maar heeft zo haar twijfels over het aanzien van het werk.
'Ik weet niet of zusters dit werk graag deden. Het bakken werd aan ervaren krachten overgelaten. Het steken van hosties vooral een taak voor de novicen, die na verloop van tijd weer verdwenen.
Het waren lange dagen. Als de meeste zuster gingen ontbijten, stond ik al beslag te maken.
Het maken van een serie hosties duurde precies een minuut. Stond de secondenwijzer op twaalf, dan moest het beslag in het bakijzer. Stond de
secondenwijzer weer op twaalf, dan waren de hosties klaar. Zo ging dat de hele
dag door.
Dertig jaar lang stond ik achter hetzelfde ijzer. Als je goed was werkte je aan twee ijzers tegelijk. Je kon er niet bij gaan zitten. Er stonden wel krukjes bij de ijzers, maar er was geen tijd om daarop plaats te nemen. In het begin vroeg ik me af hoe ik het vol moest houden.
Ik bad tot de Heer en vroeg Hem me dit alsjeblieft leuk te gaan laten
vinden. Het grootste gedeelte van de dag bracht ik biddend door, dat
elke priester een waardige priester mocht worden en elke hostie een Heilige
Communie. "Dat bidden heb ik niet verleerd" Ze lacht.
Hoe saai het werk ook was met voldoening
kijkt ze terug op de lange dagen in de bakkerij. In al die jaren is ze een maand
in Hoorn bij de bejaarden geweest. Ze bracht er eten rond, maar dat werd geen
succes. Ze hinkt een beetje met een been waardooor ze de jus over het toetje
knoeide. Bovendien wist ze niet hoe ze zich tegenover de bejaarden moest
gedragen. Van de een mocht ze wel op op stille zondag praten, van de ander
niet. Toen ze weer werd overgeplaatst naar de bakkerij had ze daar dan ook
vrede mee. Daar had ze geen last van wel of niet mogen praten, daar kon je
niet praten.
Ze denkt dat ze voor het werk bestemd is geweest, anders had ze nooit zo lang volgehouden, al vergeet ze niet te zeggen dat er zusters zijn
geweest die veertig jaar hosties hebben gebakken.
Of het werk leuk was of werd gewaardeerd, deed er niet toe. Dat gold voor alle zusters.
'We dachten niet na over de waardering voor ons werk. We deden ons werk
en dat was gewoon. Tijdens de recreatie sprak je niet over je werk, dat mocht
niet. Je moest iets anders verzinnen, als het maar niet over je werk ging.
Je kon niet zeggen, wat heb je dat mooi gedaan of wat heb je de tafel leuk gedekt.
Het woord lekker, bijvoorbeeld mochten wij niet gebruiken.
Je prakkiseerde er niet over om iemand een compliment te geven.
Als je iets fout deed, hoorde je er trouwens wel iets van.
Je kon het werk voor jezelf leuk vinden of leuk gaan vinden, maar zo sprak je er niet over".
Je zei evenmin dat je hard had gewerkt. Je had gehoorzaamheid beloofd en je deed wat er van je werd verlangd".
......(pp 72 en 73)
Een wereld ontdekken op een dergelijke manier is onmogelijk.
Zeker wanneer daar die gehoorzaamheid, ontkenning van jezelf en zaken als dat "geknecht geweten" in gebruikt wordt. Op die manier kan willekeurig welk kind slechts de wereld van die volwassene ontdekken. Dat was en is geweld! Zeker omdat de hoogste autoriteit daarbij gebruikt werd: God Himself. Hiermee hebben de zusters God Himself medeplichtig gemaakt in het afdwingen op kinderen, op mij, van door hen gemaakte keuzes.
Dit, naast andere realiteiten, maakt dat zij geen religieuse opvoeding gaven, in overeenstemming met de rechten van een Mens. Maar de religieuse opvoeding van een sekte.
Waarbij zij het fundamentele recht van een Mens op zijn of haar spirituele, of geloofsopvoeding, kinderen, mij, hebben afgenomen.
God hebben misbruikt.
Dat is religieus misbruik!
Die God is niet alleen misbruikt, hij is medeplichtig gemaakt aan mijn misbruik!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten