12 aug 2006

Sterretjes zien

Daar was ie dan...de eerste email van een kleindochter!

Sinds ik oproepen deed via het internet over de Voorzienigheid -eind 2002 - en zeker sinds dit weblog, zijn er (erg) regelmatig emails niet alleen van mensen die zelf in de Voorzienigheid zaten, of bij de Broeders. Er zijn ook zeer regelmatig dochters die schrijven over hun moeder, zelfs over hun vader bij die broeders. Vaak ook met vragen om informatie erbij.

Verhalen over wat zij zagen van die moeders, soms die vaders
Of beter gezegd: juist niet zagen, maar wisten. Zonder echt te mógen weten.
Soms ontroeren die verhalen enorm. Soms vliegen en vlogen ze me naar mijn strot, omdat ze zo dicht bij mijn eigen ervaringen komen. De meest pijnlijke confrontaties met mijn eigen herinneringen kreeg ik van en door dergelijke dochters, ik ben ze diep dankbaar.
Zonder hen had ik mijn verleden niet kunnen terug vinden!

Heel vaak waren juist zij een belangrijke stimulans om gewoon door te gaan met datgene doen waar ik in geloof en wat ik wil:

Het "gewoon" open kunnen praten ook over die tehuis verledens. Mijn tehuis verleden.

Het zijn juist die dochters, naast mijn relatie met mijn eigen kinderen, die stimuleren.
Een stimulans die ik niet krijg van mensen met wie ik opgroeide die zelf zo worstelen met hun mond open doen en hem dicht houden. Of, erger, die mij vroegen mijn mond te houden....zelfs te liegen omdat zij leugens vertelden aan hun kinderen.
Hun onmacht, hun verdriet van jaren waarvoor zij hun overlevingsmanieren hebben moeten zoeken en vonden.

Zoals het ook mij soms knap veel moeite kost.
Er staan hier op dit weblog woorden, net als foto's, die me soms maanden hebben gekost om te kunnen schrijven.
Of naar die foto te kunnen kijken.

Maar ieder woord en iedere foto is weer een stukje uit mij.
Wat ik niet langer in mij wens te hebben.

Ieder woord en iedere foto maakt het minder mijn geschiedenis, maar laat mij meer en meer deel zijn van de gedeelde geschiedenis.

Die ik niet alléén deel met de mensen met wie ik opgroeide, maar met iedereen in Nederland. Een samenleving.
Het kinderbeschermings- tehuis verleden van Nederland.
De sociale - en armoede geschiedenis. Vrouwen geschiedenis.
Rooms katholieke geschiedenis in Nederland.

Geschiedenis van de zorg in Nederland.
En aangezien zorg niet over mensen gaat, maar aan mensen werd en wordt gegeven gaat die geschiedenis dus in eerste plaats over die mensen.

Zorg-ontvangers.
Dus ook over mij.

En dan bovendien nog wel de zorg voor het meest kwetsbare en meest belangrijke wat we in onze samenleving hebben: dat zijn namelijk niet konijntjes, poesjes marmotten of veulens ......
dat zijn afhankelijke kinderen waarvoor gezorgd moet worden omdat hun eigen ouders dat niet meer kunnen. Om welke reden dan ook.

Ok, ok ok, jajaja dat moet je voor een konijn, poes, marmot of veulen ook. Maar ik wens toch nog enig verschil in prioriteit aan te houden, met alle respect voor die konijnen en marmotten.
En jazeker, ik beken heel wat minder geinteresseerd te zijn in de ontwikkelingen van de zorg voor poesjes en veulens. Wil zelfs -als het dan toch op openheid van keuzes aankomt - mijn afkeer van konijnen toegeven. Slechts Flappie van de van de Hekjes hoeft wat mij betreft onsterfelijk zijn.

Het beschavingsniveau van een samenleving is niet zozeer af te lezen aan hoe zij met marmotten omgaat wel met hoe zij met haar afhankelijke kinderen omgaat.
Hoe gaat en ging die samenleving met haar zorg om.

En dat antwoord kan uiteindelijk alleen maar komen door de verhalen over hoe kijken die kinderen terug op die zorg? Wat heeft die jeugdzorg op lange termijn betekend?
En dat blijkt een uiterst problematische vraag te zijn.

Voor die samenleving.
En voor die (voormalige) kinderen zelf.

We weten er nauwelijks iets van af. En dat geldt net zo hard voor wetenschappers als voor die (voormalige) kinderen zelf. En dat geldt dus ook voor mij! Het was een taboe. Iedereen hield keurig zijn of haar mond over hoe de werkelijkheid was. Er stonden muren om die gestichten. Zelfs als die letterlijke muren ontbraken waren die er. Die muren stonden er niet voor niets. Hou de buitenstaander buiten. De zorg binnen.
Dus ook die zorg-afhankelijken.

Macht- en onmachts muren.
En dat geldt dus ook voor mij.

Net als voor die moeders wiens dochters een email sturen.
Die gewoon de informatie willen weten. Vragen aan de geschiedenis hebben, maar die ook nergens kunnen stellen. Hun antwoorden niet vinden. Zaken van hun moeder niet kennen of begrijpen. Maar verdriet zien of weten
En dan een email sturen.
Om die onmachtsmuren, die nieuwe machtsmuren zijn gebleken te zijn geworden omver te krijgen


Maar here God, ik heb de eerste email van een kleindochter gekregen!
Met vragen door en over haar grootmoeder die zij zo graag zou willen helpen. En haar oud-oom...die bij de broeders zat.

En ik ben me rot geschrokken en zag sterretjes.
En zie ze weer nu ik nadenk over wat dat betekent.

Over ons.
Allemaal!

Een taboe dat er niet alleen was, maar nog steeds blijkt te zijn!
Macht- en onmachtsmuren rond haar zorg-afhankelijke (klein) kinderen!

Wat een dijk van een kleindochter!
En wat een rotschop deelde die - zeer terecht - uit!
Aan ons.
Allemaal!

Geen opmerkingen: