4 nov 2005

Roosjes tot ik sterretjes zie!

"Halverwege de vorige eeuw woonde en werkte er in Amsterdam in die tijd een
man die volgens zijn gedenkschriften "zacht en inschikkelijk van aard" was, een
"edel menschenvriend van groot geloof en godsvertrouwen"
Hij hette Petrus Johannes Hesseveld en hij was pastoor in de Jordaan.
Misschien is hij ook een sociaal voelend man geweest. Misschien ook niet. In elk geval zien zijn volgelingen "met grote bewondering tot hem op, als ze hooren hoe hij, begaan met het lot der verwaarloosde vrouwelijke jeugd, een gesticht voor meisjes opgericht heeft"
Aan verwaarloosde meisjes had Amsterdam in die tijd geen gebrek. Het
probleem was vrouwen te vinden die ze wilden verzorgen. Of pastoor Hesseveld
ze nu uit Duitsland haalde of van het platteland, na een paar maanden hadden ze
er genoeg van.
Toen vond hij, in Tubbergen, juffrouw Mietje Stroot. Ze was huishoudster op de pastorie, ze was niet helemaal goed snik, en ze was,
waarschijnlijk om die reden, afgewezen toen ze zich te Amersfoort als
kandidaat-non gemeld had."



En nog steeds krijg ik voor de zoveelste maal een lachstuip als ik die zin lees.
Waarschijnlijk is het precies deze zin geweest en van Westerloo's conclussie's ..ze was niet goed snik en daarom waarschijnlijk afgewezen in Amersfoort (andere zuster congregatie dus) de reden waardoor ik later geboycot werd.

Zoals het precies dezelfde angst is die mij een paar jaar eerder knotsknettergek maakte toen ik, toestemming gevraagd en gekregen, een jaar lang iedere week een dag moest vechten met Ansfrieda over welhaast iedere snipper papier en informatie uit het archief. Geconfronteerd met haar angst, vooroordelen en minachting tov. de zorgontvangers. Die ooit de reden van bestaan en oprichting van de Congregatie was. Na een jaar was de maat meer dan vol: klapte ik na de zoveelste opmerking waaruit de houding tov de vroegere zorgontvangers bleek welke de tegenwerking begeleidde het boek dicht en ging. Na een paar jaar deed ik een hernieuwde poging. Niet alleen bleek dat kennelijk een deel van het archief verdwenen is, en men blijkbaar volstrekt niet geinteresseerd was in het feit dat ik dat wellicht in copie dan hier thuis heb liggen en dat aanbood, na aan het lijntje gehouden te zijn kwam het er eindelijk uit:
Hoe durfde ik! Er was net een verschrikkelijk boekje verschenen door "zo'n zoon" waarin verschrikkelijke zaken werden verteld, de zusters werden beticht. Die zusters die hun leven hadden opgeofferd...........

Ik was heel enthousiast dat er nog iemand bezig was, maar kreeg geen naam. Op grond van mijn kennis wist ik dat historisch gezien de Congregatie als geheel het - in vergelijking met anderen - zeker niet zo beroerd heeft gedaan, waarschijnlijk in tegendeel. En met mijn worrsteling over mijn persoonlijk verleden was ik nog lang niet toe aan het proces wat nodig is om hen in relatie tot mijzelf (en mijn broer) te kunnen beschuldigen, laat staan veroordelen.

Dus waar heeft dat mens het over?
Ik was werkelijk zeer nieuwsgierig en had hoge verwachtingen omtrent het "smerigheidsgehalte" van dat boekje. En ongelooflijk nieuwsgierig wiens verdorven zoon dat nou toch wel zou hebben kunnen zijn geweest......

Pas in 2003 vond ik een prachtig boekje. Roosje van Gerard van Westerloo.
Waarme ik die zin vond: zij was niet goed snik en het begreep.
Maar ook begreep dat zij van Westerloo misschien wel niet zo goed hadden gelezen.
Een paar hoofdstukken hadden overgeslagen.
Over Roosjes voorgeschiedenis, de ontdekkingen welke haar zoon moest doen.

Zoals ik begreep hoe typerend dit wel was: het hebben van een voorgeschiedenis is het privilege altijd al geweest van hen die dachten dat ze, met hun kloosterkeuze, overal afstand van namen. De zorgontvangers werden geacht geen voorgeschiedenis te hebben.
De Congregatie heeft een (voor) geschiedenis.
Desnoods een vervalste.
Het privilege van macht.

De angst van de nonnen. Waarmee zij tot op vandaag de dag Het Grote Geheim hebben bewaard van wat er ook gebeurd is -zij waren niet alleen een onderwijs congregatie! en weigeren de realiteit van dat deel van hun verleden onder ogen te zien.

Zichzelf al die jaren hebben bedonderd over een vervalste geschiedenis, elkaar onderling in de steek hebben gelaten -ik vraag me af of zij weten wat er in die kindertehuizen gebeurd is, wat er aan misbruik gepleegd is door de betrokken kinderzusters.

Maar vooral de voormalige kinderen de kans hebben ontnomen met hun verleden af te rekenen. Ondanks alle mooie verhalen en veelal uiterlijk vertoon.
Zij hebben hun verantwoordelijkheden over hun eigen verleden niet genomen.
En daarmee zichzelf en de congregatie beoordeeld!
Daarmee voormalige zorgontvangers (en hun families) veroordeelt tot gecontinueerd lijden door dat verleden.

Zonder dat daar -naast hun eigen angst - reden toebestond.
Minachting van levens van anderen!

Die zorgontvangers waren van hen afhankelijk. Maar zij waren dat ook van die zorgontvangers.

Daarin zijn verschrikkelijke fouten gemaakt. Door individuele zusters die andere keuzes hadden, ook fouten die hoorden bij de ontwikkelingen in tijd.
Maar de grootste fout, die niet hoorde bij de tijd, is gemaakt door de Congregatie. In die jaren dat zij gestopt zijn met de kinderzorg. Of zorgontvangers "voorgoed" gingen.
Door die wederzijdse afhankelijkheid te ontkennen!

Waarmee die zorg is verworden tot misbruik zonder respect voor de levens van anderen.
Die afhankelijke zorg-ontvangers. Zij hebben het respect voor zichzelf niet op kunnen brengen. Maar genoegen genomen met een vals verleden. Hun angst.

In het verleden hebben zij zich levens van anderen toe geeigend tbv hun geloofskeuzes,
in het heden eigenen zij zich -nog steeds ten kostte van die levens - het gedeelde verleden toe.
Dat is geen zorg, dat is niet te legitimeren met het verleden. Maar zijn keuzes.
De keuze voor gebrek aan zorg. Vampirologische zorg in plaats van religieuse of humane zorg.

En nu nog heeft het kunnen schrijven van deze zinnen mij meer dan een week gekost in een nogal onverwacht en mij tot nu toe onbekend verwerkingsproces van intense woede en verdriet hierover. Nu ik eindelijk weet, niet in mijn kop maar met mijn hele zijn, wat er is aangericht door deze keuzes.
Wat er is vernietigd en afgenomen van het leven van die zorgontvangers. Van mij.
En daarmee ook van mijn kinderen!
De gevolgen van kindermisbruik gaat over generaties heen!
Ook al hoeft dat niet te betekenen dat slachtoffers bij wijze van automatisme zelf misbruikende daders worden. Maar er zijn nog zo vele andere mogelijkheden ook welke de volgende generatie(s) kunnen schaden.

Daarvan gewrijwaard te blijven is mij én mijn kinderen afgenomen door Kerkelijk misbruik en mishandeling.
En réken maar dat ik dat weet.
Dat weten van die verantwoordelijkheden voor onze kinderen, en de geringe kansen die niet alleen wij maar zeker ook onze kinderen hadden waren een onderdeel van de mishandeling maar ook het misbruik!

Een pervers onderdeel.

In een gemeenschap waar kinderen erg weinig onderwijs kregen, nogal wat kinderen een lagere school niet af konden maken, diezelfde kinderen voortdurend percentages voor houden in de vorm van de zin : "slechts drie procent van jullie komt terecht" is niet slechts een waanzinnige uiting van minachting en haat.

Dat is pervers!

En jazeker, heel wat van ons hebben de 2e generatie kinderen gezien en geweten dat dat gebeurde. Maar de minachtende verklaringen deugden niet. Alweer die 3 procents "regeling". Maar diezelfde drie procent waren het belangrijkste wapen wat gebruikt is om het Grote Geheim in stand te houden. Ook ver nadat wij "voorgoed waren".

Dat was pervers!

Dat weten is een resultaat van verschrikkelijk proces van jaren geweest.
Met datgene wat ik nu weet, weet ik ook dat dat niet nodig was geweest!

Het ontkennen van het verleden van die kinderen. Maar het tegelijkertijd ontnemen
van morgen!

Ja zeker, ik ben mishandeld. En flink ook. Op alle 5 de terreinen die we daarvoor in Nederland gangbaar (h)erkennen: fysiek, sexueel, emotioneel, spiritueel, verwaarlozing.

Ja zeker daar zitten elementen bij die ook volgens de normen van die tijd niet konden. Een aantal zaken horen ook bij die tijd.

Ja zeker ik ben sexueel misbruikt. En zelfs daarvan horen een aantal vormen bij die tijd.

Maar voor een groot deel van die mishandeling én dat sexueel misbruik zijn individuele mensen verantwoordelijk in een institituut, typerend onderdeel van die RKK. Niet de tijd.

Maar individuele mensen die kozen. Zij hadden ook andere keuzes kunnen maken!
Zij kozen voor die mishandeling. Zoals zij gekozen hebben voor dat sexueel misbruik.
Niemand heeft met een pistool achter hen gestaan.
Zij hebben als volwassenen vrijwillig de keus gemaakt!

Zoals hun omgeving de keus heeft gemaakt dat toe te staan. Om, met 1 uitzondering, niet in te grijpen. Integendeel zelfs: het te legitimeren.
Tot op vandaag de dag!
Door het ontkennen van realiteiten en het mee in stand houden van Het Grote Geheim. Ook buiten de Congregatie, binnen de RKK net als in die omringende samenleving.

Door het instand houden van dat Grote Geheim is er geen over nauwelijks onderzoek, zoals het hierdoor ook voor de GGZ niet mogelijk is adequate hulpverlening te ontwikkelen.

Dat zijn gevolgen van vampirologische keuzes gemaakt door vrouwen, ook deze Congregatie.
met als eerste Waarde Moeder Mietje Stroot uit Tubbergen die volgens haar hagiografie, die eindeloos herhaald wordt, zei: "ik blijf bij de kinderen, is dat goed?

De Congregatie heeft haar eerste Waarde Moeder in die uitspraak niet serieus genomen.
Voor velen zijn die zusters inderdaad gebleven. Levenslang.
Zoals ieder mens levenslang haar of zijn jeugd met zich mee neemt. Maar het destructieve van datgene wat levenslang is moeten worden voor zovelen, ook voor mij, had nooit mogen gebeuren! Toen niet, vandaag niet. De ontkenning. Precies die ontkenning waardoor misbruik en mishandeling mogelijk was.

Een van de vrouwen, direct mede verantwoordelijk voor mij in mijn jeugd zal -hoogejaard als ze nu is - binnenkort wel overlijden.
Haar mee- begraven zal mij goed doen in mijn Mens zijn.
Ook haar is onthouden waarop zij recht had!

En dat is verschrikkelijk,
voor ons allemaal!
Want ook zij heeft ooit gezegd: ik blijf bij de kinderen!